Interview met mevrouw Merry-Meier, reumaconsulent


0.9 Louise Merry-MeierAls reumaconsulente heb ik meer tijd dan de arts

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een uitgebreid interview met Louise Merry-Meier

 

Voor iedereen die aan haar uitspraak probeert te raden waar ze vandaan komt: Louise Merry-Meier is in 1982 geboren in Haarlem en groeide op in het Limburgse Sittard. Ze studeerde gezondheidswetenschappen in Maastricht en zorgmanagement in Brussel.

 

Wanneer bent u begonnen als reumaconsulente in het Máxima Medisch Centrum?

 

“Op 1 september 2010. Eigenlijk ben ik er een beetje ingerold. Ik werkte bij het Reumacentrum als onderzoeker maar bij afwezigheid van reumaconsulente Antoinette Piepenbrock, nam ik haar taken over. In 2011 heb ik mijn diploma voor reumaverpleegkundige gehaald in Nieuwegein. Die studie heb ik parttime naast mijn werk gedaan.”

 

Wat is boeiend aan de reumatologie?

 

“Het is een vakgebied in ontwikkeling en er is een diversiteit aan ziektebeelden. Je ziet mensen met reuma van jong tot oud. Toch zijn de problemen die ze tegenkomen vaak dezelfde: op het gebied van het sociale leven, gezin, werk, voeding, seksualiteit, beweging. Die onderwerpen worden besproken tijdens mijn spreekuur.”

 

Met welke vragen komen mensen bij u?

 

“Allerlei vragen, of ze mogen sporten, wat ze in de toekomst kunnen verwachten. Een reumatoloog heeft 10 minuten voor een consult, bij mij mag een afspraak 30 minuten duren. En meestal maken we dan nog vervolgafspraken.”

 

Wat voor voorlichting geeft u?

 

“Iedere dinsdagmiddag geef ik voorlichting aan een groep van 10 tot 12 reumapatiënten met hun partner. Mijn collega Antoinette Piepenbrock verzorgt de groepsbijeenkomsten op vrijdagmiddag. Het is geen inloopmiddag. Reumapatiënten met een bepaalde diagnose worden hiervoor uitgenodigd. Het gaat altijd over één ziektebeeld zoals jicht, artritis psoriatica, reumatoïde artritis, artrose of fibromyalgie. Reumatoïde artritis is de enige diagnose waarvoor we 3 bijeenkomsten plannen. Verschillende onderwerpen komen aan bod: ziektebeeld, medicijnen, leefregels, voeding. Mensen hebben dan vaak voor het eerst contact met lotgenoten. Daarnaast heb ik in november een lezing gegeven over het werk van de reumaconsulente bij de FES, dat is de vereniging voor fibromyalgiepatiënten.”

 

Alle informatie is te vinden op internet. Is voorlichting nog wel nodig?

 

“Nou en of. Ik merk dat mensen nog steeds bij reuma denken aan hun oude opa, helemaal krom en vergroeid. Veel mensen denken dat alleen ouderen reuma krijgen. Daarnaast is niet alle informatie op internet betrouwbaar.”

 

Hoeveel mensen met reuma ziet u per week?

 

“Iedere week zie ik een heel aantal nieuwe patiënten die kort geleden de diagnose reuma hebben gekregen. We werken daarom bewust ook aan het acceptatieproces. Ik stel dan vragen zoals: Had u deze diagnose verwacht, wat vindt u ervan, hoe gaat u hiermee om, hoe denken ze er thuis over?”

 

Wat kunnen mensen zelf doen?

 

“Gezond eten, niet roken, blijven bewegen, gewrichten niet overbelasten, gewrichtsbescherming toepassen. In januari starten we een pilot samen met de Stichting Voeding Leeft en InnovatieNetwerk. Daarbij wordt gekeken of voeding ook een mogelijk curatief effect kan hebben bij enkele honderden patiënten met reumatoïde artritis en fibromyalgie. We meten wat de effecten zijn van voeding op het ziekteverloop.”

 

Waar krijgt u energie van in uw werk, wat motiveert u?

 

“De positieve reacties van mensen. Als mensen met een goed gevoel hier de deur uit gaan. Als ze al hun vragen hebben kunnen stellen, meer inzicht hebben gekregen in hun chronische ziekte en het gevoel hebben dat ze ook zelf iets kunnen doen.”

 

Waarom adviseert u mensen de reumavereniging?

 

“Voor het lotgenotencontact, voor de tips en trucs van lotgenoten. Zeker voor jongeren vind ik dat belangrijk. Belangrijk is te benoemen dat het geen oubollige club is en dat de reumavereniging zich ook richt op jongeren. Vooral de bewegingsactiviteiten probeer ik te promoten. Ik vertel dat de lessen altijd begeleid worden en dat ze eerst een proefles mogen nemen voordat ze lid worden. Vooral dat laatste vinden mensen positief.”

 

Wat is uw levensmotto?

 

Daar heb ik nooit zo over nagedacht, maar bij de volgende motto’s sluit ik mij volledig aan. ‘Waar een wil is, is een weg’ en ‘Elke minuut dat je je druk maakt om het verleden, gaat af van de toekomst’.