Ton en Jeanny Copal

Wij komen graag onder de mensen

Jeanny en Ton CopalTon en Jeanny Copal (allebei 66 jaar) zijn vijf jaar geleden samen lid geworden van de reumavereniging. Jeanny: “We zagen het kraampje staan toen we bij de reumatoloog kwamen. Tijdens het wachten las ik het boekje en zag ik dat ze Nordic Walking aanbieden. Ton schoot in de lach: Jij in een loopgroep? Ik kon toen geen 100 meter zonder rollator lopen. Maar we zijn lid geworden en we gaan nog steeds iedere donderdagochtend lopen.”

 

 

Harde werkers
Jeanny groeide op in Moergestel in een kappersgezin met één broer en twee zussen. Ze heeft altijd als kapster gewerkt. Dat kon ook niet anders: ze hadden thuis een kapsalon. Ton werd geboren in Oisterwijk, in een gezin met vier broers en twee zussen. Vader was beroepsmusicus, hij bespeelde alle houtblaasinstrumenten en accordeon en maakte deel uit van het familieorkest, dat bestond uit elf kinderen. Het was een dansorkest, net zoals Glenn Miller. Ton koos voor een andere weg: hij werkte 40 jaar bij de KPN als toezichthouder op de buitenwerkzaamheden.

 

Jeugdliefde
Ton en Jeanny zijn inmiddels 43 jaar getrouwd en kregen verkering op de Tilburgse kermis. Dat kwam zo. Ton: “We hoorden allebei bij een grote vriendengroep.” Jeanny: “Mijn verkering was uit en ik had gehoord dat Ton mij wel zag zitten. Ik ging naar hem op zoek in het zwembad maar hij was met vakantie. Toen hij terugkwam gingen we naar Tilburg kermis.” Ton: “Maar ik was platzak omdat ik net op vakantie was geweest. Je kon mijn portemonnee op z’n kop houden, er viel niets uit.” Jeanny: “Toch hadden we veel lol samen. We zijn al vanaf ons 16de jaar bij elkaar. Maar ja, ik kon moeilijk zeggen: Kom over een tijdje maar eens terug.”

 

Geen tweeling
Jeanny: “Na zeven jaar verkering zijn we getrouwd. We waren toen 23 jaar. Vier jaar later werden onze twee zonen, Rob en Paul, geboren. Ze schelen maar 13 maanden. Voor de kinderen was dat erg leuk. Voor mij was het vooral in het begin zwaar. We liepen met een tweelingkinderwagen terwijl het geen tweeling is. Er lag een baby in van 3 maanden en een kindje van 16 maanden. Voor sommige mensen was dat niet te snappen.” Rob (40) heeft 2 meisjes en een jongen van 13,10 en 7 jaar. Paul (39) heeft een meisje en 2 zonen, van 11, 9 en 6 jaar.

 

Kind aan huis
Ton vertelt verder: “Dan is er nog Jeroen. We noemen hem onze pleegzoon. Hij kwam in ons gezin als vriend van onze jongens. Hij at altijd mee en ging ook mee op vakantie. Ook kwam hij hier als onze jongens niet thuis waren.” Jeanny: “Net als bij onze jongens, hebben we hem op een gegeven moment seksuele voorlichting gegeven. Hij was stomverbaasd, daar sprak zijn eigen moeder nooit over! Jeroen heeft ons geadopteerd als ouders en we zijn net zo trots op hem als op onze eigen kinderen. Hij heeft twee kinderen, een zoon van 9 en een meisje van 6 jaar. Dus we hebben drie kinderen en acht kleinkinderen.”

 

Pas compleet met Rita
Maar daarmee is het gezin nog niet compleet. Ton: “En onze Rita niet te vergeten! Die hoort er ook bij. Zij is een geelvoorhoofd amazone papegaai. Ze is nu 58 jaar maar kan 75 tot 80 jaar worden. Ze was van een oom van Jeanny. Die werd broeder in een klooster maar toen hij doodging zat Rita daar te verpieteren. Toen hebben wij haar meegenomen. En zij gaat ook altijd mee op vakantie. Zij kwam zo’n 35 jaar geleden in ons gezin. Onze Rob was toen 5 jaar.”

 

Paul en Mark Rutte
Jeanny: “Wat perse ook in het boekje moet is dat onze jongste zoon Paul nu in Mali zit. Hij is beroepsmilitair en werkt als onderhoudsmonteur aan de apachehelikopter. Toen ze in september vertrokken was het er 50 graden, nu is het winter en is het 30 graden. Kijk hier staat hij op de foto met Mark Rutte. Paul heeft een baard laten staan! Ik vind het geen gezicht. Hij ziet eruit als taliban. Hopelijk gaat het er straks weer af. En hij staat te kijken naar Rutte alsof hij zeggen wil: Wat kan die een praatjes verkopen.”

 

Beter lopen door Nordic Walking
Toen Ton en Jeanny lid werden van de reumavereniging, kon Jeanny geen 100 meter lopen zonder rollator. Fietsen hebben ze wel altijd veel gedaan en doen ze nog steeds. “Maar we zijn wel mooi weer fietsers, hoor,” zegt Jeanny. Nu doen ze iedere donderdagochtend aan Nordic Walking en gaat het beter. Al loopt Jeanny een kortere afstand met meer pauzes dan de rest van de groep. Daarna drinken ze koffie of zoals vanochtend met dit slechte weer: erwtensoep. De regen komt met bakken uit de lucht en het is 7 graden, maar dat houdt ze niet tegen om toch te gaan lopen.

 

Erop uit met de caravan
Ton heeft reumatische artritis en Jeanny fybromyalgie. Daarnaast heeft ze al drie rugoperaties gehad en vier bypasses aan haar hart. Ton heeft in maart een hartinfarct gehad. Ze vertellen het luchtig. “Maar een kleintje, hoor.” Ondanks alle lichamelijke gebreken zitten ze niet stil en komen ze graag onder de mensen. Ton: “We kamperen de helft van het jaar. In het voorseizoen gaan we met de caravan drie maanden naar Luyksgestel, dan een paar weken naar huis en van eind juli tot half augustus naar Franeker. Daar woont onze pleegzoon en bezoeken we onze kleinkinderen. En van eind augustus tot 1 oktober staan we weer in Luyksgestel.”

 

Graag onder de mensen
Jeanny: “We hebben altijd aan scouting gedaan tot we 48 jaar waren. We gaven leiding aan de luchtverkennersgroep en organiseerden luchtactiviteiten voor een groep van ongeveer 30 kinderen van 10 tot 14 jaar.” Ton: Een goede vriend van mij had een 6-persoonsvliegtuig in Budel. Eenmaal per jaar gingen we met z’n allen naar Budel en mocht iedereen met het vliegtuigje meevliegen. En elke vier jaar gingen we op kamp in Engeland. In Nistelrode deden we aan parasailing. Dan werd je met een lier de lucht ingetrokken met een instructeur aan een parachute.” Jeanny trots: “Daardoor is onze Paul bij de luchtmacht gegaan.”

 

Vrijwilligerswerk bij PSV
De grootste hobby van Ton is zijn vrijwilligerswerk voor PSV. Glunderend: “Dat doe ik sinds 11 jaar. Ik ben verkeersregelaar (steward) op de parkeerplaats voor spelers en genodigden. Ik heb een goed persoonlijk contact met de spelers en ook met de burgemeester van Eindhoven. Ik ken ze allemaal die in de VIP box mogen. En ik ben lid van Manus et Manus. Dat is een stichting die vrijwilligersondersteuning biedt bij alle activiteiten, zoals de marathon, indoor Brabant, zwemkampioenschappen, enzovoorts.”

 

20 jaar reuma
Ton heeft zo’n 20 jaar reumatische artritis. “Het heeft heel lang heel weinig betekent. In het begin ben ik één week thuis geweest en daarna ben ik gewoon weer gaan werken. De ene dag had ik erg last van mijn schouder, de andere dag kon ik niet goed lopen. Gelukkig had ik geen fysiek zwaar werk. Ik zat wel veel in de auto en soms moest ik met mijn linkerhand schakelen omdat ik met rechts niets meer kon. Ik spuit eenmaal per veertien dagen humira, een biological.” Daarnaast slikt hij sulfasalzine. Met de ontstekingsremmer diclofenac moest hij stoppen maar daar is niets voor in de plaats gekomen.

 

Omgaan met reuma
Dokter Westgeest adviseerde hem een tijdje te stoppen met de humira omdat hij steeds longontsteking kreeg. Dat bleek geen goed idee. De reumapijnen kwamen heftiger dan ooit terug. “De laatste tijd, sinds driekwart jaar, komen de reumapijnen weer sterker terug. Met bewegen voel ik het goed. De gewrichten zijn gevoelig. Hoe ik daarmee omga? Gewoon doorgaan.” Jeanny: “Hij zegt er niets van maar ik zie het wel als er iets aan de hand is.” Sinds twee jaar gaat Paul mee in het voor- en naseizoen om de caravan op z’n plaats te zetten en de tent op te zetten want dat kan Ton niet meer. Afbreken doen ze nog wel zelf.

 

Overal aan meedoen
Bij de reumavereniging doen ze aan alle activiteiten mee. Jeanny: “De bingo, Arcen, het busuitstapje, de nieuwjaarslunch, noem maar op.” Ze pakt haar agenda erbij: “En natuurlijk gaan we ook mee met de voorjaarsfietstocht.” Ton: “De cursus valpreventie hebben we in de praktijk gebracht!” Jeanny vertelt hoe ze in Friesland langs de Dokkumer Ee met de fiets een bruggetje wilde nemen, wat ze eigenlijk niet durfde. En hoe hard ze was gevallen, knie kapot en flink bloedend, broek kapot. Ton: “De technieken van de valpreventie heeft ze niet toegepast want daar ging het te snel voor. Maar Michiel, onze instructeur zei dat je bent geslaagd als je valt zonder iets te breken!” Jeanny lachend: “En die broek dient nu als korte broek!”

 

Gewoon doorgaan
Dan wordt het gesprek serieuzer van toon. Ton: “Jeanny is het allerbelangrijkst voor mij.” En Jeanny vult hem aan: “En onze kleinkinderen zijn voor ons belangrijk. Ons motto is: niet te veel zeuren en gewoon doorgaan. We hebben veel trammelant gehad met de kinderen en dan zeiden ze: Ach, dat komt allemaal wel goed. Dat zal ik nooit tegen iemand zeggen want je zult er hard voor moeten knokken. En als het bij jezelf goed komt, wil dat nog niet zeggen dat het bij jou ook goed komt.”

 

Advies: doe mee!
Ton heeft een duidelijk advies voor mensen met reuma: “Blijven bewegen, niet bij de pakken neerzitten en onder de mensen blijven komen. Vooral meedoen aan alle activiteiten van de reumavereniging!” Jeanny vertelt: “Zo gingen we mee met de jubileumreis naar de Floriade. En we zagen een stel, Ling en Jennie, ook de bus uitstappen. We kennen hen al 30 of 40 jaar maar waren elkaar uit het oog verloren. We zijn de hele dag samen opgetrokken en we hebben zo’n gezellige dag gehad. Ook bij de busreis naar Rotterdam en op de boottocht hebben we gezellige mensen ontmoet.” Ze is het helemaal eens met het advies van Ton: “Onder de mensen blijven komen.”

Contact 169 maart 2015