Hanna Geervliet – van der Velde

Ik laat de mensen graag kennismaken met de reumavereniging

Hanna Geervliet - van der Velde

 

Hanna Geervliet – van der Velde (76 jaar) is al bijna zes jaar gastvrouw voor de reumavereniging. Eenmaal in de zes weken geeft ze samen met Ingrid voorlichting in het Sint Annaziekenhuis. Mensen die buiten komen bij de reumatoloog en net de diagnose reuma hebben gekregen, komen langs Hanna’s tafel met brochures en voorlichtingsmaterialen. Het persoonlijke contact met mensen is haar kracht. “Ik vind het leuk om de mensen te woord te staan en te proberen hen lid te maken van de vereniging.”

 

Overlevende van Joodse afkomst
Meteen als ik binnen ben, drukt Hanna me het boek: Ruim 30 jaar thuis in Heemkunde, Jaarboek 2012, in handen. Hierin staat Hanna’s geschiedenis waaruit ik haar jeugd samenvat. Hanna kwam als vijfjarige kleuter fysiek ongeschonden uit de oorlog maar van haar familie leeft bijna niemand meer. Haar ouders waren van Joodse afkomst. Haar vader is omgebracht in Sobibor, haar moeder werd vermoord in Auschwitz. Toen Hanna’s ouders waren gedeporteerd kwamen oma en Johanna, een nicht van Hanna, in Hanna’s ouderlijke huis wonen om voor Hanna en elkaar te zorgen. Als oma bij een razzia wordt opgepakt, staan Hanna en Johanna er alleen voor.

 

In het hol van de leeuw
Hanna is twee jaar oud als zij aan de beurt is om te worden opgehaald. Ze wordt ondergebracht in een gebouw met de naam “De Wasserij” met andere Joodse kinderen. Johanna mag haar daar komen bezoeken. Wanneer Hanna in de rij staat om op transport te gaan, trekt dokter Süskind (een Joodse arts) haar uit de rij en laat haar met Johanna alleen achter in een kamer. Zij nemen daarop de benen en komen uiteindelijk in Limburg terecht in Waubach. Daar wordt Hanna opgenomen als lid van het gezin van Gerat en Maria Thüs die zelf kinderloos zijn. Omdat ze wordt verraden, verblijft ze ook nog een tijdje in Duitsland, bij familie van Gerat, als Joods onderduikertje in het hol van de leeuw! Na een tijdje kan ze gelukkig weer terug.

 

Verplichte Joodse opvoeding
Hanna woont tot 1949 bij het gezin en gaat naar de Katholieke meisjesschool. Tot groot verdriet van Hanna en van haar pleegouders wordt ze verplicht overgeplaatst. Ze is dan pas tien jaar oud. Volgens een juridische uitspraak moet ze na de oorlog terug naar familie of naar een pleeginstelling met een Joodse opvoeding. In eerste instantie weigeren Gerat en Maria Thüs hun medewerking. Toch wordt Hanna ondergebracht in een Joods koloniehuis in Noordwijk aan Zee. Later volgt Rotterdam en daarna, definitief, een protestants pleeggezin met dertien kinderen in Amsterdam. Ze heeft er veel moeite mee omdat haar pleegmoeder Maria Thüs katholiek is en dat wil Hanna ook zijn. “Ik heb wel herinneringen aan mijn ouders maar ik kan niet zeggen wat voor mensen ze waren. Het zijn beelden. Zonder woorden. Johanna leeft nog steeds. Ze is 94 jaar en ze komt in de zomer altijd zes weken bij mij op vakantie!”

 

Maison de Bonneterie
Trots vertelt dat ze al 56 jaar is getrouwd met Johan. “Ik leerde Johan kennen toen ik in het pleeggezin in Amsterdam woonde. Ik was toen elf jaar. De vader van Johan is een broer van mijn pleegmoeder. We zagen elkaar vaak en we maakten altijd ruzie. Toen hij in militaire dienst ging, ik was 15 jaar, kregen we verkering. Toen we elkaar minder vaak zagen, ging het beter! Na mijn coupeuseopleiding ging ik werken bij Maison de Bonneterie in Amsterdam. Ik zat op het atelier, kleding maken. Daar moest ik ervoor tekenen dat als ik zwanger raakte, ik zou stoppen met werken. We zijn getrouwd toen ik 21 jaar was en na een aantal maanden was ik zwanger en stopte ik dus met werken. Johan had de koksopleiding gedaan en werkte als kok op het Leidseplein.”

 

Chef-kok in Cocagne
“Mijn zoon Philip werd geboren en Johan werd chef-kok in Zwitserland. Daar hebben we één jaar gewoond. Vandaar verhuisden we naar Hilversum, toen naar Leiden en daarna kwamen we in Eindhoven wonen want Johan werd chef-kok in Cocagne. We wonen al 37 jaar hier en dat bevalt heel goed. Ik wil nooit meer terug naar Amsterdam. Nou, weet je, ik voel me Amsterdammer maar ook Brabander. Allebei onze kinderen, ook onze dochter Esther, werden in Amsterdam geboren. We hebben drie kleinkinderen, drie meiden, en de oudste gaat ook de keuken in!”

 

Grote oren
“52 jaar geleden kreeg ik de diagnose reumatische artritis van dokter Rijthoven. In het begin kreeg ik medicijnen maar die heb ik nu niet meer. Vroeger had ik reumatische pijnen in heel mijn lichaam nu alleen mijn handen. Mijn polsen zijn vaak opgezwollen. Daardoor kan ik geen polshorloge dragen. Ik heb diverse hulpmiddelen in de keuken. Zo gebruik ik deze notenkraker om flessen te openen en ik gebruik koppen met grote oren. Dan heb ik beter grip. ’s Ochtends met opstaan heb ik veel pijn in mijn rug maar met mijn warmtedeken en na een warme douche gaat het wel weer. Door de reuma heb ik het golfen op moeten geven, dat is erg jammer. Maar als de club door de lucht vliegt na een swing van mij, wordt het veel te gevaarlijk op de golfbaan!”

 

Van eerste sopraan naar alt
“Ook heb ik moeten stoppen met linedansen. Het quilten weiger ik op te geven. Maar ik doe er wel heel lang over. En ik hou van preteksten. Daarbij dompel je stof in powertex en dat modelleer je dan op een torso of een hoed. Daarna doe je er lak over. Van het operakoor Melodia ben ik al 30 jaar lid en nu zit ik in de jubileumcommissie. En ik zing bij de Liederentafel. Dit jaar bestaan we 60 jaar. In de loop van de jaren ben ik van eerste sopraan naar alt gegaan. Op 31 oktober hebben een najaarsconcert in het Kruispunt hier in Geldrop. Iedereen kan komen luisteren, het is gratis entree. We houden een tombola om de kosten te drukken. En op 20 december is er de kerstafsluiting met het Mierlo’s kinderkoor. Kijk tegen die tijd maar in het Middenstandsbelang, daar staan we altijd in!”

 

Hydrotherapie doet me goed
Hanna is ongeveer zeven jaar lid van de reumavereniging. Sinds vijf jaar doet ze vrijwilligerswerk voor de vereniging. Sinds Francis Strik ermee ophield. Ze deelt folders en brochures uit in het Sint Annaziekenhuis in Geldrop; ze was met Ingrid present op de open dag in het Maxima Medisch Centrum in Eindhoven en op de open dag van de reumavereniging in het Witven in Veldhoven. “Ik ben lid geworden omdat ik vond dat ik meer moest bewegen. Ik ben bij de ouderengym en elke vrijdagmiddag volg ik hydrotherapie bij de reumavereniging. Dat doet me goed en ik voel me er lekker bij. Na Inge kregen we Ruud als therapeut en die doet het ook heel goed!”

 

Lief zijn met elkaar
“Lief zijn met elkaar en openheid, dat vind ik belangrijk. Je moet samen door één deur kunnen. En een goede gezondheid, maar dat vind ieder mens met pijn belangrijk! Ik ben geen moeilijk persoon. Ik kan met iedereen goed overweg.” Sociale contacten binnen de reumavereniging vindt ze ook belangrijk. Zo gaan ze regelmatig met een klein clubje mensen op visite bij degenen die niet zo vaak bezoek krijgen en vieren ze samen verjaardagen. Dat is ontstaan bij de hydrotherapie. Ze gaat ook altijd mee naar thermaalbad Arcen. “Goed idee om de volgende keer vier uur in bad te blijven! Dan kunnen we koffie drinken in het badrestaurant en hebben we meer tijd om te zwemmen!”

Contact 170 juni 2015