Anita Witzier

Mensen vinden het vaak een troost dat ik het ook heb

 

Anita Witzier (55) is getrouwd en heeft twee kinderen. Sinds 2001 is ze ambassadeur van het Reumafonds. In 2011 ontving zij een Koninklijke onderscheiding voor haar vrijwillige inzet: Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Zelf heeft zij reumatoïde artritis. Haar moeder had reuma en haar grootvader ook.

 

Alles moest anders
“Ik kreeg de diagnose toen ik 37 was. Mijn knieën waren stijf, dik, pijnlijk en ik kon ze nauwelijks buigen. Ik kon niet meer hardlopen, niet voetballen met de kinderen in de tuin, de trap niet op of neer. Een jaar lang was ik er erg slecht aan toe. Ik liep met krukken en tijdens het koken zat ik op een stoel. Alles moest op een andere manier. Ik moest erg nadenken hoe ik de dingen moest organiseren. Ik was al moeder en maakte destijds programma’s voor de KRO. Staan, lopen, fietsen ging niet meer. Op het werk, tijdens opnames, hadden we een rolstoel, zodat ik van a naar b gereden kon worden. Ik kon even staan voor een straatinterview maar in plaats van een opkomst in de studio, gebruikten we gewoon een kruk. Het werd regiematig aangepast maar dat ging heel goed.”

 

Medicatie hielp me enorm
“Ik kreeg ontstekingsremmers en één keer in de zoveel tijd een heftige injectie. Dan werd het vocht uit mijn knie gezogen en gingen er corticosteroïden in en kon ik weer even vooruit. Maar dat mocht maar een paar keer per jaar. Toen het zo slecht ging, bleef ik wel oefenen om mijn spieren sterk te houden. Gewoon thuis, heel braaf elke ochtend op een matje. Het gaat nu al een paar jaar goed zonder medicijnen. Ik ga weer naar de sportschool. Meestal zie je er niks van. Soms, als ik er last van heb, dan loop ik een beetje mank en zijn mijn knieën wat dikker. Mijn duimgewrichten beginnen op te spelen, daar moet ik eens naar laten kijken. Ze zijn pijnlijk en het is lastig met dingen vastpakken want ze zijn ook minder flexibel. Ik merk wel dat dat een probleem aan het worden is.

 

Samen sta je sterk

“Mensen spreken me vaak aan en vragen dan: hoe doe jij het, welke medicijnen gebruik je of heb je gebruikt? Heb je een tip? En dat soort dingen. Wat ik ook vaak hoor van mensen en dat klinkt dan heel gek, maar dat het een steun of troost is dat ik het dan ook heb. Het kan iedereen overkomen.” Ik kan alleen uit eigen ervaring spreken maar voor mij is het allerbelangrijkste geweest om te zoeken naar wat wel kan. En goed naar je lijf luisteren, je hebt maar één lijf en daar moet je het zo lang mogelijk mee doen. En samen sta je sterk, moet je denken. Ook in een reumapatiëntenvereniging die natuurlijk heel veel goeds doet aan lotgenotencontact en die kwaliteit van leven heel hoog in het vaandel heeft staan en voor oplossingen naar de toekomst kijkt.

 

Streven naar het maximale

“Wat ik heb geleerd is dat je binnen je beperkingen altijd naar het maximale kan streven. En dat geeft een buitengewoon goed gevoel. Je wordt dan toch uitgedaagd. Het is ook voor je mentale gesteldheid altijd goed om te kijken wat je nog wel kan en dat ook te doen. Als je constant verrekt van de pijn, dan is dat helemaal geen makkelijke opgave. In het begin was ik heel boos, daar kom je natuurlijk nergens mee. Wat mij ook heeft geholpen, is dat ik aangaf waar ik mee te kampen had en dat ik toen door kleine aanpassingen toch door kon gaan met het werk. Dus: vertel wat er aan de hand is en wat je nodig hebt zodat anderen je kunnen helpen. Ik heb gemakkelijk praten want het gaat nu goed behalve die handgewrichten die nu fel irritant worden.”

 

Contact met mensen

“Het Reumafonds wilde met mij als boegbeeld reuma zichtbaarder maken en laten zien: het is geen ziekte die alleen oudere mensen treft. Het leuke aan mijn rol als ambassadeur is het contact met mensen. In de eerste plaats de patiënten en die grote groep vrijwilligers die in de collecteweek de straat op gaat. Die zijn ongelooflijk belangrijk want de opbrengst is een groot deel van onze fondsenwerving. Daarnaast spreek ik bijvoorbeeld tijdens congressen met wetenschappers en dan ben ik echt erg onder de indruk van de gedrevenheid en het enthousiasme bij het zoeken naar een oplossing voor het probleem en een betere kwaliteit van leven. Die twee totaal verschillende werelden vind ik heel boeiend.”

 

Mens, durf te leven!

“Wat ik zou doen als reuma te genezen is? Marathon, triatlon, keihard beulen! Ik vind sporten geweldig om te doen. Mijn levensmotto is: Mens, durf te leven. Je kunt wel overal bang voor zijn en je zorgen maken maar dat is echt zonde van je tijd. Ik krijg energie van veel dingen: sporten, met de hond wandelen en van de hele dag in de keuken staan en dan ’s avonds met vrienden om tafel. En van heel goed slapen, dat gebeurt niet zo vaak, vandaar.”